Banneux 2022: preek van E.H. de Sivry

Bron: District België - Nederland

Beste confraters, beste zusters,

Beste pelgrims,

De laatste woorden van iemand die ons dierbaar was, laten in ons hart voor altijd een diepe indruk na. Ze bepalen soms zelfs ons leven. Dat geldt ook voor de Kerk. Vlak voordat Christus van deze wereld naar zijn Vader ging, beval Onze Heer Jezus Christus zijn apostelen en bijgevolg de ontluikende Kerk: “doe dit ter nagedachtenis aan Mij”. Sinds Pinksteren hebben de dienaren van de Kerk dit gebod dus getrouw vervuld. Door de consecratiewoorden uit te spreken, zal het offer van Golgotha tot het einde der eeuwen hernieuwd worden.

In Banneux verscheen Maria op 18 januari 1933 aan Mariette, de oudste van een arm gezin met zeven kinderen. Maria toonde aan Mariette een wonderbaarlijke bron die de zieken geneest. Deze genezende bron is Onze Heer Jezus Christus, wiens hart een levende bron van genade is voor onze zielen. Hij geneest ze en Hij heiligt ze. En we gaan naar dit hart door de bemiddeling van Maria. Op 2 maart 1933 vond de 7e en laatste verschijning plaats. Maria spreekt haar laatste woorden uit: “Ik ben de Moeder van de Verlosser, Moeder van God” en ze voegt eraan toe: “Bid veel”.

Dus, de laatste woorden van de Heilige Maagd Maria in Banneux, de boodschap die ze ons wil laten onthouden, is deze: we moeten bidden en we moeten veel bidden. In werkelijkheid herinnert de Heilige Maagd de mensen aan een bijzondere aanbeveling van haar Zoon Jezus Christus aan zijn apostelen: “Waak en bid”. Ze herhaalt ook de heilige Paulus, de Leraar van de Volkeren, die leert: “we moeten bidden zonder ophouden”.

Waarom dringt Maria zo sterk aan op de noodzaak van het gebed? Omdat gebed het gewone kanaal is waardoor we genade ontvangen, dat wil zeggen: een deelname aan het Goddelijk leven. Deze genade werd ons gegeven bij ons H. Doopsel. Maar, zoals de heilige Paulus leert, ontvingen we deze genade in een ‘vat van klei’. Dit wil zeggen: we ontvingen hem in een ziel en een lichaam, dat gewond is door de erfzonde en onderworpen is aan de ongeordende begeerlijkheid. Hoe kunnen we deze schat dan in ons bewaren? Door gebed. Gebed is het gewone middel waarmee dit goddelijke leven wordt ontwikkeld, gesterkt, gezuiverd en vervolmaakt. Zonder gebed is er geen redding. Zonder gebed is er geen heiligheid. Een ziel die bidt, is gered; een ziel die niet bidt, is verdoemd.

Maria nodigt ons uit om veel te bidden, niet alleen voor ons heil, maar ook voor dat van onze naaste. God wil in zijn verlossingswerk in feite door middelaars werken om zijn genade te verspreiden in zielen die de genade niet hebben of die haar verloren hebben. Hoe wordt deze overdracht mogelijk gemaakt? Door gebed. Daarom nodigt Maria in Fatima de kinderen uit om veel voor de zondaars te bidden. Het gebed is het wapen van de christen en van het christendom. Ze verspreidt genade op aarde, zowel in de harten als in de samenleving. Zij is dat vuur waarover Onze Lieve Heer in het Evangelie spreekt en die Hij over de gehele wereld wil zien verspreiden. Gebed vernietigt het rijk van Satan. Het gebed is een beschavingswerk voor zover het de sociale heerschappij van onze Heer Jezus Christus op aarde verlengt.

Maria stelt zich in Banneux als volgt voor: “Ik ben de Moeder van God”. Zo herinnert ze ons aan haar buitengewone voorrecht waarvan alle andere voorrechten afhankelijk zijn. Met deze naam nodigt Maria ons uit om met vertrouwen tot haar te bidden. Zij is de Moeder van God. Zij is degene die al onze gebeden aan haar Kind aanbiedt. Hoe kan Jezus Christus een verzoek van zijn moeder weigeren? Verwierp hij haar toen ze hem om Zijn eerste wonder in Kana vroeg? Neen. Omdat Jezus haar niets kan weigeren. Katholieken moeten daarom een ​​beroep doen op Maria in hun gebed, omdat Maria Moeder is, omdat Maria Middelares is, omdat Maria Koningin van de harten en Koningin van de Schepping is. Ze is Almachtig. We bidden dit jaar op onze pelgrimstocht naar Maria onder de titel “Koningin van de Vrede”. Het is inderdaad door haar dat we vrede zullen vinden, dat wil zeggen: orde in ons hart, in onze gezinnen, in onze samenleving, in de Kerk, want aan haar heeft Jezus al zijn schatten van genade en heil toevertrouwd.

Laten we daarom met vertrouwen en met vaste hoop tot Maria bidden om onze verzoeken beantwoord te zien. Laten we haar ‘s morgens en ‘s avonds bidden en vooral door deze devotie welke haar zo dierbaar is: de rozenkrans. Laten we bidden voor ons district, voor haar priesters, haar broeders, haar zusters, haar families en al haar gelovigen. Laten we bidden voor onze burgerlijke en religieuze autoriteiten. We zullen speciaal tot Maria bidden voor roepingen. Dit zal dit jaar het grote doel van het district zijn, want het is in wezen door godgewijde levens dat de christelijke beschaving en de heerschappij van Jezus Christus zullen worden hersteld. Moge God ze onder ons opwekken!

Mogen gezinnen ernaar streven om de harten van hun kinderen in te zetten om gehoor te geven aan Gods oproep tot een waarlijk christelijk gezinsleven.

Smeken we hierom voornamelijk tijdens het Heilig Misoffer, het gebed bij uitstek. En dan zullen we ons district als een ware kinderkamer van het christendom zien bloeien, waardoor vele zielen zullen gered worden voor de glorie van God en de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria.

Amen.