Parochiefeest van de St.-Amanduskapel

Bron: District België - Nederland

Op dinsdag 6 februari vierden we het feest van de H. Amandus, patroon van Gent en in het bijzonder van onze kapel. We zijn in het bezit van onze kapel sinds 1984, ondertussen 40 jaar dus! De inzegening van de kapel vond echter plaats in 1986. Het 40-jarig jubileum van onze kapel zal dus over twee jaar gevierd worden.

Om deze dag te vieren was er een gezongen H. Mis ter ere van de H. Amandus met een predicatie over het leven van de heilige. In aansluiting op de Mis was er een receptie met een broodmaaltijd. Nadien was er een gezellig samenzijn met een quiz over de geschiedenis van onze kapel, van de FSSPX en over het leven van de H. Amandus. Er waren ook kleine opdrachtjes. Het was een fijne manier om iets bij te leren over de verschillende onderwerpen en vooral natuurlijk over de geschiedenis van onze kapel.

We zijn ons in het algemeen niet voldoende bewust over de invloed van de heiligen. De H. Amandus heeft ons de afgelopen decennia enorm bijgestaan. Onze kapel mocht al twee priesterroepingen voortbrengen, E.E. H.H. Huysegems en De Clercq. De laatste jaren is ze sterk gegroeid. We hebben 14 (jonge) families met kinderen. Gezinnen, ouderen en jongeren ontdekken steeds meer het traditionele katholieke geloof, ze herkennen de waarde ervan en zijn bereid er voor offers te brengen (verplaatsing, regelmatige bijeenkomsten voor catechismuslessen en geloofsverdieping, persoonlijk afspraken met de priester, misdienaarsopleiding, voorbereid van het gezang, verzorgen van de kapel etc). Ja, zonder deze offergeest en volharding zouden zij niet volhouden, zou er überhaupt geen kapel zijn.

Ik wil ten slotte iemand benoemen die grote verdiensten verworven heeft in het bestaan van onze kapel, namelijk de inmiddels overleden Heer Van Peteghem. Hij was de eerste die contact opnam met de pionier van het traditionele katholieke geloof, Mgr. Lefebvre en de traditie of met andere woorden, het volle katholieke geloof beleden en beleeft, heeft willen redden. Hij heeft ontzettend veel gedaan voor de kapel. De goede God en de H. Amandus weten het. Rust in vrede!

Dankzij mensen als meneer van Peteghem en nog anderen, is de fakkel van het licht van Christus doorgegeven en nu mogen nieuwe generaties hiervan de vruchten plukken. Als jonge priester en verantwoordelijke van deze kapel wil ik het werk van deze pioniers in het licht stellen en daarmee aan de actuele generaties de boodschap meegegeven dat het nu aan hen is om dit werk verder te zetten. Moge de H. Amandus ons met zijn liefde en ijver ontvlammen!

E.H. Jan De Bruyn

Preek voor het feest van Sint-Amandus

Dierbaren,

Wij vieren vandaag het feest van St. Amandus, de patroon van de stad Gent, van heel Vlaanderen en patroon van ons kapelletje. Al bijna 40 jaar lang waakt hij via zijn beeld over ons allen. Met een gouden staf hoedt hij ons, zijn kudde. Maar toch kennen we hem zo slecht.

Sint-Amandus werd op 7 mei 584 geboren uit vrome ouders. Zijn vader Serenus was landsheer in Aquitanië, Frankrijk. Veertig kilometer tegenover dé kust van de Vendée ligt het eiland Yeu en daarheen werd hij reeds als kind gezonden om er in het klooster op dat eiland zijn opvoeding te ontvangen. Teruggekeerd naar het vasteland, begaf hij zich naar Tours, waar rond het graf van de grote bisschop Martinus de centra lagen van het godsdienstig leven in Gallië. Hier ontving hij de kruinschering en hier ook leerde hij, zijn eigenlijke roeping kennen. Neergeknield op het graf van Sint Martinus smeekte hij God, zijn leven te mogen doorbrengen "in peregrinatione", d.w.z. als een zwerver voor de Heer. Dit toch gold als het hoogste ideaal van volmaaktheid bij de Ierse monniken, wier invloed op Amandus onmiskenbaar is, omdat door zo'n zwervend leven de monnik de algehele onthechting aan vaderland en familie kon beoefenen.

Dierbaren, wat een wereldvreemd ideaal, een zwerver voor de Heer te zijn. Maar zo moeten we onszelf beschouwen, als zwervers, als mensen zonder een blijvende bestemming hier op aarde. Die korte tijd die we hier op deze aardbol mogen doorbrengen heeft maar één doel en dat is de voorbereiding op de eeuwigheid. Met onze geboorte zijn we als het ware in een renbaar geworpen en nu moeten we lopen en wel zo, gelijk de H. Paulus zegt, dat we de prijs behalen. Hoe zeer kleven wij vasten aan onze eigen projecten en voorstellingen. Een leven vol van materiele bekommernissen en investeringen in honderenéén zaken. Zo snel hebben we de blik op de eeuwigheid verloren. Met de Psalmist moeten wij uitroepen: “Onze ziel ligt neergebukt in het stof en onze buik kleeft aan de aarde”. Amandus herkende al op vroege leeftijd dat het aardse zo snel voorbij gaat en dat het niet de moeite is om er zich lang bij op te houden.

Toen Amandus achttien was, ontvluchte hij het ouderlijk huis en werd hij monnik in een klein klooster op het eiland Ogia, bij La Rochelle. Amandus weerde alle pogingen van zijn familie af om hem weer thuis te krijgen. Vooral zijn vader trachtte hem met vele argumenten te doen terugkeren. Toen deze zelfs Amandus dreigde te onterven, antwoordde hij vrijmoedig: “Christus is mijn enigste erfdeel”.

Dierbaren, deze gesteltenis is diegene van de christen. Wie deze niet heeft, is niet geschikt voor het hemelrijk. Dat zijn immers de woorden van Ons Heer: “Niemand, die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods” (Lk 9, 62).  Met dat krachtige beeld maakt Ons Heer duidelijk hoe hijzelf zijn zending om het rijk van God te verkondigen opvat, maar deze levenshouding hebben ook zijn volgelingen nodig om hem echt te volgen. Wanneer de man achter de ploeg die door de ossen getrokken werd, even achterom keek om te zien of hij de voren wel in een rechte lijn trok, week de ploeg vanaf dat moment meteen van de lijn af. De ploeger moet een stip aan de horizon zien en daarop gericht blijven. Dan komt het goed.

Soms hangen we nog aan het verleden, toen de kerken vol zaten, en toen het christendom zijn invloed uitstrekte tot in de haarvaten van de maatschappij. Maar als men daarnaar terugkijkt en daaraan afmeet wat we nu zijn en wat we nu doen, dan verliest men het doel uit het oog komt t tot stil stand. Men is niet meer vol verwachting en men raakt zelfs gedemotiveerd. Maar vooral ziet men de mogelijkheden niet die onze tijd voor het rijk van God biedt. Er blijven zo unieke kansen liggen. Kansen die wij als parochie moeten waarnemen. Zoveel meer mensen zouden hier aanwezig zijn, moesten ze weten wat u weet, maar niemand vertelt het hen. Wat kunnen we doen om onze zichtbaarheid te vergroten, om meer bekendheid te krijgen, om het geloof te verspreiden? Zullen we flyers maken, zullen we videos maken en verspreiden, kennisen uitnodigen om eens een traditionele Mis bij te wonen?

Tegen het jaar 620, toen hij ongeveer dertig jaar oud was, pelgrimeerde Amandus naar Rome. Tijdens deze pelgrimstocht naar Rome berispte hij koning Dagobert over zijn zedeloos leven. Dagobert ontstak in toorn en verklaarde dat Amandus nooit meer welkom zou zijn in Vlaanderen. 

Op zekere avond werd Amandus op weinig vriendelijke wijze aan de deur van de Sint Pieterskerk gezet door·een boze koster, maar de Patroon der kerk, de H. Petrus, had blijkbaar meer vertrouwen in de stille vreemdeling en gaf hem opdracht in een visioen om het evangelie te gaan verkondigen in Vlaanderen. Van nu af werd Amandus' verlangen naar een zwervend bestaan voor de Heer volop vervuld en zijn aangeboren nerveuse onrust zou het de genade al heel gemakkelijk maken. We treffen de heilige dan ook op de meest uiteengelegen plaatsen aan en tijdens de drie jaren van zijn verblijf te Maastricht zal hij rusteloos rondtrekken van de Karintische Alpen tot over de Pyreneeën, van West- naar Oost-België. Hij moet de bisschopwijding voor het jaar 630 ontvangen hebben.

Onderweg naar Gallië ontving Amandus via een bode de bevestiging dat koning Dagobert hem uit zijn verbanning terugriep. Toen ze elkaar terugzagen, gooide de koning zich aan Amandus’ voeten, vroeg hem vergiffenis en bekwam dat de heilige zijn zoon doopte. Later zou deze kleine de Heilige Koning Sigisbert worden. Men vertelt volgende anekdote over deze doop: Toen Amandus het kind in zijn armen had genomen en de voorgeschreven gebeden had verricht, antwoordde er niemand uit de omstaanders ´Amen´. Ten aanhoren van allen opende het kind de mond en sprak zelf met heldere stem: amen! Sindsdien was onze patroon regelmatig te gast bij de koning en werkte aan het herstel van de kerkelijke tucht.

Maar ook de missie onzer voorouders werd met moed verder gezet! Op een dag vernam Amandus, dat de afgodendienaars in de streken van Gent zo wild en vijandig gezind waren, dat tot nog toe geen enkele prediker zich daar gewaagd had. Dit bewoog Sint Amandus om net déze missie te kiezen.

Onverschrokken moed, onwankbelbaar vertrouwen kenmerkte Amandus. Vanwaar halen de heiligen toch deze bovenmenselijke kracht? Uit het levendige geloof! Het is geloof waarop het zwaard van de Romeinse keizers gebroken is geweest, het is het geloof dat de missionarissen als het ware over de oceanen gedragen heeft.

 Bij bisschop Aichar van Doornik en koning Dagobert lanceerde hij het verzoek om te mogen preken in de Gentergouw. Dit werd hem snel toegestaan. Zijn verblijf in onze streken, in de jaren 629-639, betekende een belangrijk keerpunt voor de streek van Gent. Zoals vele van zijn tijdgenoten reisde Amandus per schip langs de Leie of de Schelde. Maar toen hij aan wal wou gaan bij Ganda, de plek waar zich thans de ruïnes van de Sint-Baafsabdij bevinden, wierpen vijandige heidense vrouwen hem terug in het water. Ja, meermaals werd hij bedreigd, geslagen en terug in de Schelde geworpen! Een kroniek zegt: “Het volk van Gent is het ergste en brutaalste bij de stam der Franken. Vooral de vrouwen zijn te duchten!” Amandus liet zich niet ontmoedigen en kwam telkens bij ons terug, maar het bekeringswerk maakte slechts traag vooruitgang.

Het is ongelofelijk dierbaren, hoe klein en zwak het werk der missionering overal begint. Maar net dat openbaart de echtheid en goddelijkheid van ons geloof. “Het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen.” (1 Kor 1) Daarom dierbaren, ook al zijn we weinig, ook al hebben we niet de middelen gelijk de vijanden des geloofs, we mogen niet opgeven, want ons werk is uiteindelijk geen mensenwerk. Begrijp het wel! Wanneer we ons klein en zwak voelen, dan bevinden we ons net in een toestand in welke God ons wil gebruiken als zijn instrumenten.

Er bleef voor Amandus uiteindelijk niets anders over dan overdag een veilig onderkomen te zoeken binnen de wallen van het Castrum van Dagobert, een versterkte plaats op de Blandijnberg, de plaats waar later de Sint-Pietersabdij zou verrijzen. Hij trok zich daar enige tijd terug in een klein kloostertje. Sint Amandus kocht in die tijd ook slaven vrij, die zich wilden bekeren. Onder dezen vond hij enkele roepingen en stichtte daar een tweede klooster.

Maar toen kwam een plotse wending onder onze heidense voorouders.

Op zekere dag liet een plaatselijke gezagdrager in Ganda een terdoodveroordeelde ophangen. Amandus bede om barmhartigheid vond geen gehoor. Nadat de prefect het overlijden van de schurk had vastgesteld, bracht Amandus de dode naar zijn cel over. Hij wekte deze met Gods genade weer tot leven. Dit mirakel was zo overtuigend, dat de inwoners van de streek zich massaal vrijwillig lieten dopen en eigenhandig de heidense cultusplaatsen en afgodentempels vernielden.

Zo stond er op een van de mooiste punten van de Schelde een zilveren beeld van de God Mercurius. Ook deze “Witte God” zoals onze voorouders hem noemden, vond geen genade en werd door zijn eigen aanbidders van zijn voetstuk gegooid en in honderden stukken geslagen. Amandus liet het zilver versmelten en daarvan een levensgroot beeld van de gekruisigde Jezus vervaardigen. Meteen was de kerstening van de Gentse bevolking een feit.

In 649 werden werd Amandus tot bisschop van Maastricht gekozen. Daar zou hij als eerste in de geschiedenis van de kerk de term ´Onze Lieve Vrouwe van Eeuwigdurende Bijstand´ hebben geïntroduceerd. Reeds na drie jaren echter, gaf hij zijn ontslag en droeg de bisschopszetel van Maastricht over aan de H. Remacles.

Tenslotte treffen we Amandus weer in Vlaanderen aan. Uit eenschenking door hertog Rohing en zijn vrouw Bebelina in 694 aan de H. Willibrord gedaan, weten we dat hij te Antwerpen een kerk heeft gebouwd ter ere van de H. Petrus en Paulus; zij is het uitgangspunt geworden voor de missiearbeid van Sint-Willibrordus.

Hi preekte hij weer in Vlaanderen en vooral in de omstreken van Gent. Hij bleef er doorwerken tot 86ste levensjaar. Dan keerde hij gebroken door het harde leven terug naar zijn Elno-abdij bij Doornik, waar hij nog vier jaar als abt leiding gaf. Hij stierf op 6 februari 675. Zijn lichaam werd daar begraven en bewaard, het bleek vele jaren later nog altijd intact te zijn. Op zijn graf gebeurden vele wonderen.

Mijn dierbaren, de naam van onze Patroon Sint Amandus of Amand betekent 'de liefhebbende, de minnaar'. En daadwerkelijk, hij was wel een vriend van de armen - een raadgever van koningen en hovelingen - een bevrijder van vele slaven – een leraar voor de onwetenden, maar bovenal een beminnaar van onze Heer Jezus Christus. De kerstening van onze streken volbracht hij uit brandende liefde tot Jezus Christus – uit brandende naastenliefde tot ons!

Tonen we ons dankbaar tegenover Sint Amandus.

Dankbaar dat hij onze voorouders en dus ook ons in de schoot van de katholieke Kerk gevoerd heeft. Nemen we tenslotte vandaag het voornemen hem vaker te aanroepen opdat onze beschermheilige ons moge helpen bij de missie die we te vervullen hebben, opdat we in zijn voetsporen zouden treden en opdat het werk dat hij onder onze voorouders begon, moge voleindigt worden. Amen.