E.K. - puntje van februari

Bron: District België - Nederland

De familie Lefebvre

Luister eens, het Puntje voor februari is: Gebed voor onze ouders!

Beste Kruisvaarders,

Misschien droomt de ene of andere onder jullie er wel van bij het leger te gaan als beroep. De krijgsmacht heeft diverse afdelingen. Naast de landmacht of de marine, kan men ook kiezen voor de luchtmacht. Dat is een heel spannend, maar ook inspannend beroep. Zeker als men de opleiding van naderbij bekijkt.

Als leerling-piloot krijgt men eerst veel theoretische les over motoren, het weer, geografie, …. Ook moet men enorm goed zijn in wiskunde. Daarna volgt het leukste: de praktijk: leren vliegen onder begeleiding van een vlieginstructeur.

De leerling-piloot neemt vooraan in het vliegtuig plaats, achter hem zit de leraar. Voor beiden is er een stuurknuppel en vele drukknopjes voorzien. De leerling en de ervaren piloot hebben beiden dezelfde bedieningsmogelijkheden voor het vliegtuig. Beide stuurknuppels zijn echter met elkaar verbonden en maken dezelfde bewegingen. Trekt de leermeester aan de knuppel, dan maakt de stuurknuppel van de leerling dezelfde beweging.

Leerling en leermeester besturen samen het vliegtuig. Aanvankelijk stuurt de vliegleraar en de leerling maakt slechts voorzichtig de bewegingen mee. Hij voelt aan zijn stuurknuppel wat de leraar doet. Zo gaat het een hele tijd. Plots komt er echter een dag, waarop de leraar zachtjes en zonder het te zeggen de stuurknuppel loslaat. Waarschijnlijk merkt een goede leerling er weinig van. Hij heeft altijd naar de instructeur geluisterd en volbracht wat deze hem opdroeg.

Maar zie … nu vliegt de leerling volkomen zelfstandig. Hij kan het! De leraar achter in het vliegtuig is er slechts nog om bij een uitzonderlijke omstandigheid in te grijpen. Zo leert men vliegen.

Beste Kruisvaarders, op gelijkaardige wijze leert men ook leven. Deugdelijk katholiek leven, hier op aarde.

Wij hebben van God vlieginstructeurs gekregen: onze ouders. Onze papa en mama. Zij worden bijgestaan door de grootouders, leerkrachten, opvoeders en priesters. Zij begeleiden ons gedurende onze kindheid, onze opleidingstijd, tot op de dag dat we volwassen zijn en ook nog erna.

Onze ouders zorgen voor ons lichamelijk en geestelijk welzijn vanaf het begin van ons leven. Zij weten wat goed en kwaad is voor lichaam en ziel. Zij zijn kundig. Net zoals de vliegleerling in het vliegtuig van de instructeur zit, zo leven wij in het huis van onze ouders. Het is hun eigendom, zij besturen het gezin. Wij zijn hun kinderen en tonen ons zoals de vliegleerling volgzaam en leerzaam. Onze ouders volbrengen namelijk hun taak uitstekend, net zoals de vlieginstructeur perfect kan vliegen. Onze ouders geven ons alles wat goed is voor ons lichaam: een huis, kleding, voeding, … Zij leren ons ook hoe wij moeten wassen, netjes eten en kleden. Zij zorgen echter ook voor het welzijn van onze ziel: zij brengen ons naar school, naar de catechismus, naar de Eucharistische Kruistocht. Zij doen alles wat ons tot goede katholieke jongens en meisjes maakt. Onze ouders zorgen ook voor onze ziel door ons aanwijzingen te geven. Zij besturen de stuurknuppel. Zij tonen ons wat deugdelijk en zondig is en brengen ons naar het goede en houden ons van het kwade af. Dat lijkt echt op de vlieginstructeur die de stuurknuppel van het vliegtuig van de leerling aanvankelijk bestuurd. De leerling moet gehoorzamen om te leren vliegen. Het kind moet gehoorzamen, want het doel is natuurlijk dat wij uiteindelijk zelf in staat en kundig zijn katholiek te leven, naar ziel en naar lichaam.

In de Kersttijd hebben we nog gehoord dat ook het Kribbekind, Jezus, net als ons, geboren werd in een familie. De H. Familie. Hij werd door God de Vader aan Maria en Jozef toevertrouwd. Jezus was hen onderdanig en met resultaat!

Jezus groeide in wijsheid en verstand voor God en de mensen. Dat willen wij ook! Wij willen God en de mensen aangenaam en dienstbaar zijn. Mannen en vrouwen waarop men kan rekenen en bouwen. Kundige piloten in het leven.

Nemen we eens onze catechismus ter hand. Wat zegt die over onze houding tegenover onze ouders en tegenover hen die soms hun plaats innemen?

Onze catechismus brengt ons hiertoe het voorbeeld van Jozef van Egypte. Men leest over hem in de H. Schrift in het Boek Genesis, 46-47e hoofdstuk.

Toen Jozef tot onderkoning van Egypte was benoemd, aldus ook al volwassen was, had hij nog een grote liefde voor zijn ouders. Hij vroeg nieuws over hen en was voor hun geluk bezorgt. Hij beminde zijn ouders.

Wanneer Jacob in Egypte aankwam, ging Jozef hem tegemoet, omhelsde hem en stelde Jacob de Farao van Egypte voor. Hij liet hem op een wagen van de Farao vervoeren. Jozef eerde zijn vader.

Toen Jozef nog thuis woonde, werd hij eens door Jacob naar zijn broers op het veld gezonden. Jozef was bezig met andere zaken, maar antwoordde: ‘Ik ben bereid!’ Ook toen Jacob stierf, begroef Jozef Jacob naar zijn wens in het land Kanaän. Ook al koste dat moeite. Jozef was zijn vader gehoorzaam.

Toen Jacob in nood was, verschafte Jozef hem voedsel, deed hem in Egypte komen wonen, gaf hem de beste landstreek en stond hem in alles bij. Jozef hielp zijn vader en stond hem bij.

Door het voorbeeld van Jozef weten dus wat wij tegenover onze ouders moeten doen. De catechismus zegt het ons: Wij moeten onze ouders beminnen, eren, gehoorzamen en ze in hun nood helpen.

Wij moeten onze ouders beminnen. Dit betekent, dat wij een ware liefde en genegenheid tot onze ouders moeten hebben. Wij willen het liefst bij hen zijn. Wij willen hun goed doen en in geen geval bedroeven, misachten of kwaad wensen.

Wij willen onze ouders eren door onze eerbied tot hen te tonen in woord en daad. Wij antwoorden onze ouders beleefd. Wij groeten hen ’s morgens en ’s avonds en vragen om hun zegen voor alles wat we doen. Kruisvaarders spreken hun ouders nooit tegen, zij spotten nooit met hun ouders. Zij schamen zich nooit voor hun ouders.

Wij willen onze ouders ook gehoorzamen. Wij volbrengen dat wat zij ons opdragen. Wij tonen ons gewillig en verrichten onze taken nauwkeurig. Wij komen direct zodra zij ons roepen.

Wij willen onze ouders helpen. Wij kunnen helpen met de boodschappen, het opruimen van het huis (bijzonder onze kamer en speelplek), het doen van de vaat, dekken van de tafel, … Er is zeker genoeg te doen! Samen werken, elkaar helpen, dat doet goed! Indien we nú onze ouders niet helpen, zullen we het ook niet doen wanneer ze oud en ziek worden. Daarom, jong geleerd is oud gedaan.

Beste Kruisvaarders, wat de catechismus ons in het vierde gebod leert te doen tegenover onze ouders, willen en moeten we ook doen tegenover hun plaatsvervangers. Vergeten we het niet. In de maand februari willen wij heel bijzonder op onze houding tegenover onze ouders en hun plaatsvervangers letten. Wij willen ons erin vervolmaken en heiligen. Wij willen hen beminnen, eren, gehoorzamen en helpen.

Ons Puntje dat deze houding en dit werk zal begeleiden is een gebed. Zonder te bidden kan men niets. Helemaal niets. Daarom terwijl wij deze vier acties verrichten, bidden we tegelijk. Wij bidden het gebedje dat jullie vinden op de Schatkist en in het Hosannaboekje op bladzijde 76. Telkens als jullie het gebed hebben verricht, kunnen jullie dat aangeven als volbracht Puntje.

Opnieuw een mooi Puntje dat zich toont in woord en daad! Dat past bij een eervolle Kruisvaarder: wij zijn geen kwakende eenden, maar mannen en vrouwen, jongens en meisjes van volbrachte woorden!

Pater Matthias De Clercq, EK-Kruisridder

Gebed puntje februari 2022:

“O Hemelse Vader, die ons geboden hebt vader en moeder te eren, ik bid U, ontferm U, ter liefde van Jezus, over mijn ouders, en zegen hen naar ziel en lichaam; vergeld hun in de tijd en in de eeuwigheid de liefde en de goedheid, die zij mij bewijzen.

Beloon hen voor al de moeiten en zorgen, die zij om mijnentwil hebben aangewend of nog aanwenden. Geef hun een lang, gelukkig en vreedzaam leven. Laat het dierbaar Hart van Jezus uw goddelijke Zoon, voor hen een veilige schuilplaats zijn tegen alle gevaren van het leven; mogen zij daar sterkte en troost ondervinden in hun rampen en droefheden, die het deel van ieder Christen zijn; o, bescherm en bewaar hen daar in uw vriendschap en uw liefde!

Bij de liefde, die het Kind Jezus aan zijn ouders betoonde, smeek ik U, hemelse Vader, sta mij bij, om te allen tijde aan mijn ouders de verschuldigde gehoorzaamheid en eerbied te bewijzen, opdat ik eenmaal met hen deelgenoot moge worden van de gelukzalige eeuwigheid.

Amen.”

[[{"fid":"142893","view_mode":"media_link","fields":{"format":"media_link","alignment":""},"type":"media","field_deltas":{"1":{"format":"media_link","alignment":""}},"link_text":"schatkist_febr.pdf","attributes":{"class":"media-element file-media-link","data-delta":"1"}}]]

[[{"fid":"142892","view_mode":"media_link","fields":{"format":"media_link","alignment":""},"type":"media","field_deltas":{"2":{"format":"media_link","alignment":""}},"link_text":"2022_02_puntje.pdf","attributes":{"class":"media-element file-media-link","data-delta":"2"}}]]