Ultreia!

Bron: District België - Nederland

Door Broeder René Maria

De bedevaart naar Santiago de Compostella was in de middeleeuwen na die naar het H. Land en Rome de grootste van de christenheid. Ontelbare bedevaarders trokken naar het graf van de H. Apostel Jacobus de Meerdere tot uitboeting van hun zonden of om genaden af te smeken. Ook wij waren er deze zomer op de fiets zoals u hiernaast kunt lezen. Geen dag ging voorbij of we hebben het lied Ultreia gezongen en gebeden voor de bekering van onze vaderlanden. Hier eerst echter de voorgeschiedenis.

De Apostel Jacobus was één van de drie bijzonder door Jezus bevoorrechte Apostelen. Bij de opwekking van de dochter van Jaïrus, bij de gedaanteverandering op de berg Tabor en in de hof van Olijven waren het telkens Petrus, Johannes en zijn broer Jacobus (de Meerdere) die vlakbij Jezus mochten blijven. Na Pinksteren en de vervolging door de Joden hebben de Apostelen zich verspreid en tenslotte wordt Jacobus gepakt en met het zwaard gedood door koning Herodes. Dit staat alles in de H. Schrift. Nu vult de hier en daar legendarische overlevering aan wat er nog met Jacobus gebeurde. Bij de verspreiding van de Apostelen is de Apostel Jacobus naar Spanje gegaan. Hij preekte er, maar had heel weinig succes. Terwijl Onze Lieve Vrouw nog leefde is zij hem verschenen en heeft hem gevraagd daar een kapelletje te bouwen. Op deze plaats is nu de grote kathedraal van Zaragossa. Na nog een tijd gepreekt te hebben is hij met enkele leerlingen naar het H. Land teruggegaan en heeft daar wel velen bekeerd. Toen heeft Herodes hem laten doden. Dan hebben twee leerlingen zijn dode lichaam meegenomen naar Spanje. Zij kwamen aan land bij Padron en hebben de koningin gevraagd hem te mogen begraven. Zij wees hen op een veld met wilde stieren. Deze stieren deerden hen niet, zij hielpen hen integendeel het lichaam van de Apostel met de stenen tombe een eind landinwaarts te slepen, daarop bekeerde zich de koningin. Op een kleine heuvel hebben zij de Apostel begraven. Het graf werd echter verwaarloosd en vergeten.

In de achtste eeuw kwamen moslims vanuit Afrika en veroverden bijna heel Spanje. Op een nacht zag Karel de Grote in een droom een baan van sterren die begon bij de Friese zee en tot in Gallicië ging. Deze droom had hij driemaal en hij vroeg zich af wat dat te betekenen had. Toen verscheen hem Jacobus, die hem gebood naar Spanje te gaan om de ongelovigen te bestrijden en zijn graf te ontzetten. Karel de Grote is gegaan en heeft gevochten. Tijdens één van die oorlogsperiodes zag de monnik Payo boven een oude eik op de heuvel een stralende ster stilstaan. Andere kluizenaars en herders zagen hetzelfde. De bisschop werd erbij gehaald. Toen ze verder zochten en allerlei struiken wegkapten vonden ze de resten van het kapelletje en het graf van de Apostel Jacobus. Toen dit aan koning Alfonso bekend werd, pelgrimeerde hij erheen en riep meteen Sint Jacobus uit tot patroon. Hij liet er een grote kerk bouwen. Nu begonnen de bedevaarten en de plaats werd ‘Compostella’ genoemd (campus=veld, stella=ster). Het Jacobusgraf werd een grote morele steun voor de christenen. Ook vanuit andere landen uit Europa trok men naar het Apostelgraf. Langs de weg (‘camino’) verrezen vele kloosters en herbergen. In de 16e eeuw zijn de bedevaarten uit andere landen strek verminderd door oorlogen en antipropaganda van de protestanten. Pas in de 20e eeuw zijn ze weer opgekomen, de motivatie is echter helaas vaak minder religieus. Wel heeft een Fransman een lied gemaakt met de oude middeleeuwse groet ‘Ultreia’ (=steeds verder) en het antwoord ‘e suseia’ (=En daarboven). Volgens de Codex Calistinus uit de 12e eeuw is er een fragment van een lied erop met ultreia en suseia dat aan Vlamingen wordt toegeschreven. Wij hebben van het Franse lied de volgende Nederlandstalige versie gemaakt. Zoals dit ons de moed gaf om verder te gaan en het hogere te zoeken, zo moet het ieder van ons de moed geven om onze landen terug christelijk te maken!

Ultreia!

Ied’re morgen nemen we de baan

Ied’re avond komen we verder aan;

Dag na dag galmt de echo ons na-a

Het is de roep van Compostella.

Refrein: Ultreïa! Ultreïa! E suseia! Deus adjúva nos!

Weg van steen en weg van het geloof

Duizend jaar betreden en beleefd;

Sterrenbaan van Karel de Grote

Dit is de weg van de devote.

En ginds aan ’t eind van’t continent,

Waar Jacobus wacht op onze tent;

Met een lach ziet hij van verre

De zon die dooft in Finisterre.

Sint Jacobus hoor op deze bee,

Van de Lage Landen aan de zee,

G’leid ons van uw aardse schemel,

Van hier tot in de hemel.

Fietsbedevaart 2023 naar Santiago de Compostella

Een fietsbedevaarder

Op 2 juli zondagochtend na de vroegmis in de Hemelstraat vertrokken zes (jonge)mannen in het busje volgeladen met fietsen en een beetje bagage naar Saint-Macaire in het zuidwesten van Frankrijk. Daar werden ze vriendelijk onthaald door familie Guépin. In hun tuin werden de vijf tentjes voor het eerst opgezet. De volgende dag was de H. Mis om 8 uur en na een ontbijt bij onze gastvrije familie reden we verder tot ons startpunt, Bayonne. Zo konden we pas rond het middaguur ons ijzeren ros, de fiets, bestijgen. Onze eerste stempel haalden we in de kathedraal van Bayonne, daarna fietsten we naar Saint-Jean-de-Luz, waar we nog net voor de Tour de France de brug over La Nivelle konden oversteken. Enkele enthousiaste supporters van de Tour moedigden ons hieraan. We volgden de Camino del Norte: wat een prachtig uitzicht over de Atlantische Oceaan! Door het late vertrek konden we onze camping niet meer bereiken en we besloten te overnachten op een veld langs een rustig weggetje.

Dinsdag verlieten we de Camino del Norte (en de zeekust) en reden het binnenland in naar Loyola. Daar bezochten we de basiliek van de heilige Ignatius. Deze basiliek is naast het kasteel van de Loyola’s gebouwd, daar waar Ignatius geboren is en zich bekeerde. We ontmoetten hier nog een andere traditionele priester, die vol van de figuur van Ignatius, diens tocht van Loyola naar Manrese en dan naar Rome wilde lopen. Tegen de avond kwamen we aan op onze geplande overnachtingsplaats: het meer bij Landa. De verloren kilometers van de vorige dag waren ingehaald! Hier konden we genieten van het prachtige meer terwijl we onze spaghetti kookten.

De volgende ochtend namen enkele vroege vogels een frisse duik in het meer. We fietsten door Vitoria-Gasteiz, de hoofdstad van Baskenland en bereikten ’s middags Miranda del Ebro, onze eerste halte in Castilië. Daar ontmoetten we voor het eerst een vriendelijke Italiaan die ook per fiets onderweg was naar Santiago. Na een hele dag langzaam klimmen bereikten we in de vroege avond de camping in Monasterio de Rodilla. Donderdagochtend vertrokken we naar Burgos, de stad van El Cid. Onderweg kwamen we dezelfde Italiaan van gisteren tegen. Ondertussen waren bij één fiets steeds meer spaken aan het springen en geen fietsenmaker die het wilde of kon repareren. Bij de fietsenwinkel in Burgos kwamen we opnieuw dezelfde Italiaan tegen. Toeval of niet? Ten slotte besloot de jongen zijn oude fiets te verkopen en een nieuwe te kopen. We bezochten de kathedraal van Burgos en konden vanaf nu de Camino Frances volgen. De echte voetgangerscamino was soms moeilijk te volgen met de fiets: veel grote stenen en steile hellingen. Aldus stelden we ons al snel tevreden met de geasfalteerde wegen in de buurt. Vrijdagavond arriveerden we op een camping bij Léon. Hier maakten we graag van het zwembad gebruik.

Zaterdagochtend daalden we eerst af naar de kathedraal van Léon. We ontbeten er en fietsten daarna verder naar Astorga. Vanaf hier tot de avond was het een zware rit. We bereikten de top van de Monte Irago op 1560 meter hoogte. Daarna volgde gelukkig één lange afdaling van wel 1100 hoogtemeters tot voorbij El Acebo de San Miguel. Tijdens deze afdaling bleek dat de remmen van één fiets niet meer goed werkten. Gelukkig is alles wel goed gekomen. Omdat het al laat was en we niet meer in de Albergue’s terecht konden en ook een boer ons niet op zijn veld wilde, besloten we onze tentjes gewoon langs de camino op te zetten. De volgende ochtend stonden we vroeg op, want we hadden weer een lange rit te gaan. We beklommen de Altitudo Paio: opnieuw een klim van bijna 1000 hoogtemeters. ’s Avonds bereikten we op tijd het oude benedictijnenklooster Samos, waar een Australische priester van de FSSPX, die ook op weg was naar Santiago, de H. Mis opdroeg.

Maandagnamiddag bereikten we na een kortere rit de oude Romeinse stad Lugo. We hadden hier op dinsdag een rustdag ingepland en maakten van de gelegenheid gebruik om de stad te bezoeken. Ook kwamen de drie fietsers, die al eerder vanuit Antwerpen vertrokken waren, hier weer bij ons. Dinsdagavond na de H. Mis aan het altaar van Onze-Lieve-Vrouw in de kathedraal dineerden we allen in een gezellig restaurantje in Lugo, samen met familie Van Eekert, die voor ons het busje van Bayonne naar Santiago wilde rijden. Eindelijk na de laatste dag fietsen bereikten we Santiago de Compostella! Wat een vreugde was er toen we de kathedraal van Santiago in zicht kregen. Toen we uit de kathedraal kwamen zagen we… dezelfde Italiaan als in Burgos juist aankomen. Een blij weerzien! Hij is met ons naar de H. Mis van EH. De Bruyn geweest. We danken de heilige Jacobus voor deze bedevaart en zijn bescherming onderweg en kijken verheugd terug op al deze geweldige herinneringen.