Eerste sessie van de Synode over synodaliteit: een balans (1/2)

Bron: District België - Nederland

De Synode eindigde op zondag 29 oktober, op het feest van Christus-Koning. Ze heeft twee documenten opgeleverd: een korte Brief aan het Volk van God en een veertigtal bladzijden tellend Samenvattend Verslag. Voor de informatie stonden tijdens het gebeuren geregelde persmomenten in, die inlichtingen verstrekten over het verloop, de discussieonderwerpen en de belangrijkste thema’s.

Dit eerste artikel zal de Synode beschrijven aan de hand van die informatie en de getuigenissen die door deelnemers konden worden gegeven. De prefect van het Dicasterie voor Communicatie (DC), Paolo Ruffini, belast met de communicatie tijdens de persmomenten, heeft verschillende onderdelen van de Synode toegelicht.

De Vergadering en haar gezag

De Vergadering telde 365 stemgerechtigde leden en een honderdtal andere aanwezigen. Zo had het Vaticaan 12 “broederlijke afgevaardigden” van vier christelijke tradities uitgenodigd: de orthodoxe Kerk, de oosters-orthodoxe Kerk, de historische protestantse gemeenschappen en de evangelicale pinkstergemeenten.

De voorzitter van het DC verklaarde de aard en het gezag van de Vergadering als volgt: “Het gaat om een raadgevende Vergadering. Het bisschoppelijke karakter van de Vergadering wordt niet aangetast door de aanwezigheid van leden die niet met het bisschoppelijke munus bekleed zijn. Dat verandert de aard van de Vergadering niet”. – Dat is niet de mening van verschillende kardinalen, onder wie de auteurs van de 5 dubia die naar de paus zijn gestuurd.

Paolo Ruffini verklaarde ook: “het eindrapport zal geen eindpunt zijn. Het zal veeleer een Instrumentum laboris [werkinstrument, NVDV] zijn”. Later zal hij het een “overgangsdocument” noemen. Tot slot verduidelijkte de communicatieverantwoordelijke met betrekking tot de synodevergadering van oktober 2024, “dat we verwachten dat de vergadering dezelfde leden zal hebben”.

De synodale methode

De Vergadering boog zich over de aard van de synodaliteit en het gebruik ervan. In dat verband heerst een moeilijk te verdrijven mist: er werd geen enkele definitie van synodaliteit gegeven. Kardinaal Gerhard Müller heeft daarover zijn beklag gedaan in een vraaggesprek na de synode.

Wat duidelijk wordt – en nog duidelijker bij het lezen van het Samenvattend Verslag – is dat de synodaliteit een praxis is, zoals al eerder op fsspx.news is benadrukt: “Synodaliteit is geen concept, maar wel een luister- en inclusie-ervaring”. En bij een andere gelegenheid: “Hoewel iedereen beslissingen wil, is het proces belangrijker dan de beslissingen.”

Dat klinkt als de marxistische methode, die een praxis is. Het marxisme heeft een doel – de dictatuur van het proletariaat – een doel dat nooit wordt bereikt, maar wel wordt nagestreefd, omdat het wezen van een revolutie erin bestaat om een beweging te zijn. Zoals Che Guevara zegt in een citaat dat bekend is geworden door de film Rabbi Jacob: “Revolutie is als een fiets: als ze niet vooruitgaat, valt ze om”. – Beleefde synodaliteit is als de dictatuur van het proletariaat ...

Thema’s behandeld tijdens de Synode

Klerikalisme

Op vrijdag 27 oktober, aan het einde van de Synode, verklaarde dominicaan Timothy Radcliffe, de magister-generaal van zijn Orde tussen 1992 en 2001, die de pre-synodale retraite voor de deelnemers heeft gepredikt, dat het weerkerende thema de kritiek op het klerikalisme was.

En op vrijdag 20 oktober verduidelijkte Sheila Pires, de secretaris van de Informatiecommissie, dat sommige leden van de Vergadering waarschuwden tegen klerikalisme, zelfs onder leken, omdat het heeft geleid tot misbruik van macht en geweten, economisch en seksueel misbruik.

Op donderdag 26 oktober herhaalde Paolo Ruffini dat “het volk van God priesters en leken nodig heeft die op serene wijze samen op weg gaan, zonder toe te geven aan de verleiding van het klerikalisme”. Achter die term dient een aanval op het gezag in het algemeen te worden gezien. Op diezelfde dag meldde Ruffini dat het engagement van de Kerk om “autoritarisme te vermijden” was herbevestigd: gezag “wordt op blote voeten uitgeoefend”.

Het misbruik van gezag lijkt de voornaamste zorg van de Paus te zijn, een zorg die hij doorgeeft aan alle leden van de Synode, zoals in zijn toespraak op woensdag 25 oktober, toen hij op een onwerkelijke manier kritiek uitte op priesters: “Het volstaat om naar de kerkelijke kleermakers in Rome te gaan om het schandaal te zien van jonge priesters die soutanes en hoeden of alben met kant passen.” Een tirade die enige ophef veroorzaakte …

Medeverantwoordelijkheid

“Medeverantwoordelijkheid” is een van de woorden die het vaakst terugkeren in de tussenkomsten en wordt opgevat “als de betrokkenheid en de onderlinge afstemming van charisma’s”, aldus de DC-prefect.

Een bisschop verklaarde over die term: “De Synode over synodaliteit betekent samen nadenken en zien hoe de Kerk zich dat concept eigen kan maken”, door over te gaan “van een Kerk van enkele medeverantwoordelijken naar een Kerk waarin allen voor de verkondiging van Christus en het Evangelie medeverantwoordelijk zijn, een Kerk (…) waarin eenieder zijn mening verkondigt voor een eindbeslissing die iedereen aangaat”.

De term “medeverantwoordelijkheid”, die al gauw een leidmotief werd, is voorgesteld om het woord “samenwerking” te vervangen, [term] waarmee de verhouding tussen geestelijken – priesters en diakens – en de bisschop van het bisdom wordt aangeduid in het canoniek recht, waarvan in het bijzonder op dit punt een herziening werd geëist.

Nog een verduidelijking van Paolo Ruffini volgde op zaterdag 21 oktober: de “kwestie van het onderscheiden van de besluitvormingsrelaties tussen gezag en medeverantwoordelijkheid in” werd aangesneden. Synodaliteit “schakelt het gezag niet uit, maar plaatst het in een context” en herinnert eraan dat “gezag noodzakelijk is”, en dat “we niet bang hoeven te zijn om de confrontatie of de onenigheid te zoeken” ...

Het fundament voor die medeverantwoordelijkheid dient te worden gezocht in het doopsel dat door allen wordt gedeeld, en de hele Kerk – geestelijken en leken – medeverantwoordelijk maakt voor de zending. Er wordt duidelijk gesteld dat door het doopsel alle leden van de Kerk gelijk zijn. Dat is een nivellering waardoor het onderscheid van goddelijk recht wordt ontkend tussen geestelijken en leken, tussen priester- en lekenstaat. Maar dat is allemaal achterhaald.

De Kerk herstellen

Bij meerdere gelegenheden was er sprake van “het herzien van de Kerkstructuren”. Immers, “het probleem is niet alleen de ontbureaucratisering van de kerkelijke structuren, maar ook de noodzaak om de energie te steken in het nadenken over nieuwe vormen en plaatsen om aan de eeuwenoude gemeenschap en geschiedenis van de Kerk deel te nemen”.

Het is in dat kader dat de discussies over de hervorming van de geestelijkheid kunnen worden geplaatst, in het bijzonder wat de bisschoppen betreft. Er moet worden onderzocht hoe het episcopaat “waarvan het ambt, door de Wil van de Heer, structuur in de gemeenschap van de Kerk aanbrengt, moet worden vernieuwd en bevorderd” teneinde “op een geschikte manier te worden uitgeoefend in een synodale Kerk”.

Zo is voorgesteld dat bisschoppen de hulp van medewerkers en deskundigen kunnen krijgen. “De bisschop moet beseffen dat het bisdom niet alleen hijzelf is, hij kan niet alles alleen doen, maar heeft hulp nodig, misschien van professionals.”

De manier waarop de bisschoppen worden gekozen is tijdens de rondetafelgesprekken ook ter sprake gekomen. Mgr. Robert Francis Prévost, prefect van het Dicasterie voor de Bisschoppen, verklaarde dat het proces vertrouwelijk bleef, maar dat de instructies waren gegeven om leken en religieuzen bij de onderzoeksprocedures te betrekken. De kwestie van het huwelijk voor priesters werd ook bediscussieerd, zoals voorspelbaar was.

De vrouw in de Kerk bevorderen

Een weerkerend thema dat verschillende vormen aannam: hoe ervoor te zorgen dat “vrouwen zich integraal deel van onze missionerende Kerk voelen?”

De Synodale Vergadering heeft daarom gediscussieerd over de mogelijkheid om het diaconaat voor vrouwen open te stellen, door eerst “de aard van het diaconaat zelf” te verduidelijken.  Wat de rol van vrouwen in de Kerk betreft, heet het dat “de vraag werd gesteld of het mogelijk zou zijn te overwegen dat vrouwen ook geen homilieën mogen houden”.

LGBT

Volgens kardinaal Müller was het thema alomtegenwoordig. Het wordt heel discreet in het Samenvattend Verslag vernoemd. De algemene vraag luidde: “Hoe kan het pastoraal van de liefde voor homoseksuele koppels en echtgescheidenen worden belichaamd en tegelijk aan de leer van de Kerk trouw worden gebleven?” Naar het schijnt werd er een bevel gegeven om het onderwerp te beperken. Maar niet om het te begraven, alleen om het tot een volgende sessie te laten rijpen.

Deze eerste studie over de Synode laat duidelijk zien, in weerwil van wat sommigen beweren, dat er een neiging bestaat om de hiërarchische structuur van de Kerk te verzwakken, samen met een wil om naar een meer “democratische” structuur te evolueren. Er werd een manier van doen [d.w.z. praxis, NVDV] in gang gezet en de rest volgt vanzelf. De ondermijning van het goddelijke gestel der Kerk is aan de gang. Dat is de conclusie van de meeste commentatoren, van welke strekking ze ook zijn.

Wordt vervolgd …

(bron: Vatican news – FSSPX.Actualités)

Illustratie : Banque d’images Alamy